Oervondsten ? Nou ja oergezellig!
Met vijftien man/ vrouw kwamen we op 24 mei bijeen op camping Heidewald bij Sassenberg voor een weekendexcursie in het Osnabrücker land. Het weer zat uitermate mee. We zouden in de loop van de middag een wandeling maken bij Terra Vita, maar aangezien 1500 vierkante km lastig te belopen is, eindigden we bij de dinosporen van Barkhausen, en na een terugtocht door het Teutoburgerwoud schoven we aan bij Henk (met zijn gebruinde torso) en Angé Nieuwenhuis om onze dorst te lessen. En omdat je dezelfde interesses deelt en allerlei voorjaarservaringen uitwisselt, was het zomaar tijd voor het gezamenlijk eten bij het Kroatische restaurant Silberfuchs.
De volgende dag op weg naar de Bovenkrijt groeve in Beckum, ondergetekende had met de app maps.me niet gelet op het feit dat er meerdere groeves waren en de verkeerde aangetikt, zodat we in een lange sliert eindigden bij een groot winkelcentrum naast de aangetikte groeve. Redding door Wietse en Anja bracht ons toch naar de goede ontsluiting genaamd Phoenix. Na het halen van een sleutel ( die achteraf niet nodig bleek te zijn) konden we met de auto’s de groeve inrijden. In volle bepakking hebben we de groeve afgestruind met zeer mager resultaat. Afdrukken van Schloenbachia varians, enkele belemnieten, één nog niet gedetermineerde ammoniet, een paar brachiopoden , en natuurlijk calciet en gelukkig het gezochte strontianiet, Althans Hendrik zijn uv lamp deed dat sterk vermoeden.
Met op de bodem van de zoekemmers minuscule vormen van leven uit het Krijt vertrokken we richting groeve Lengerich waar we hadden afgesproken met Jan Stalljohann, je mag n.l. alleen met begeleiding in die groeve. Via een “scenic route” en ondanks ondergetekende maar dankzij weer Wietse en Anja kwamen we een half uur later dan de afgesproken tijd bij Jan.
Die was gewend ook schoolkinderen rond te leiden en wilde uitleg geven over hoe hier vroeger zee was geweest etc. maar hij begreep dat hij dit kon overslaan en we startten een lange wandeling naar de vindplaatsen in de enorme groeve. Het pad slingerde door keverorchissen en langs welriekende nachtorchissen . Over de vondsten kan ik kort zijn, moe van het eind lopen zochten we daar waar zee-egels moesten liggen en hoe bereid we ook waren om in elk rond stukje kalk er een te ontwaren, we vonden niks .( We overwegen dit in het Guinness book of records te laten opnemen ).
We hebben Jan bedankt en hebben het weer gezellig gemaakt op de camping. Weer lekker gegeten bij de heer Romic die in een goede stemming was omdat Bayern München won en ook omdat we met zovelen al twee keer bij hem aten, dus we kregen nog een likeurtje van hem.
Zondag , vertrek dag en naar de Piesberg. Daar waren we eerder geweest dus we kenden de groeve. Dus gelijk naar de goede hoek en omdat we gretig waren na die droge dagen werden de rugzakken en emmers goed gevuld. Harm moest als voorzitter natuurlijk het goede voorbeeld geven en torste naar mijn inschatting minstens 30 kg op zijn rug met in zijn handen nog een pronkstuk met grote varenafdrukken van zo’n kilo of vijf. En na een paar honderd meter lijken dat veel meer kilo’s .Hendrik nam zijn varens over en ze hebben het gered.
Nog even nakletsen en ieder weer op weg naar huis.
Professor van Diggelen schreef ergens ooit eens: de uitdrukking is: “fossielen zoeken en niet fossielen vinden” , en dat is juist. Wat mooi is aan zo’n weekend zit niet zozeer in het vinden van fossielen, maar in het vinden van elkaar en het moet gezegd , dat ging prima!
Tjerk Veenstra