In deze lezing gaat Hans van ’t Zelfde in op de geschiedenis en de ontdekking van ioniserende straling en radioactiviteit, wetgeving, risico’s en veiligheid.
In het verleden zijn er nogal wat berichten geweest dat het verzamelen van radioactieve mineralen aan banden gelegd zou gaan worden (e.g. Burke, 1975). Gelukkig is er geen vervolg gegeven aan dit voornemen omdat het bezit van deze specifieke mineralen lastig te controleren en te handhaven is (Van Loon, 2005; Min van infrastructuur en Milieu, 2018).
Op sommige beurzen, zoals op de beurs in België worden de aanwezige stands altijd gecontroleerd op het voorkomen van radioactieve mineralen en worden de mineralen indien van toepassing ook als zodanig gelabeld.
Deze lezing heeft niet de bedoeling om verzamelaars aan te zetten tot het verzamelen ervan. Het verzamelen van deze radioactieve mineralen brengt risico’s met zich mee. En welke gevaren behoren dan bij alfa (α), béta (β) of gamma straling (γ). Waar moeten we ons aanhouden mbt Wet en Regelgeving en vooral, vanuit welke risico’s mbt de gezondheid als er toch in onze verzameling radioactieve mineralen aanwezig zijn.
Bewaren en opbergen
Als laatste wordt er ingegaan op een manier hoe het beste een verzameling van radioactieve mineralen kan worden opgeborgen. Er worden een beperkt aantal uranium en thorium mineralen, die volgens de systematiek van Lauf (2016) zijn ingedeeld, besproken en wordt er kort ingegaan op wat de belangrijkste vindplaatsen van radioactieve mineralen zijn.
Sommige mineralen, bijvoorbeeld REE (Rare Earth Elements) mineralen uit Noorwegen, zijn vaak lastig te herkennen als zijnde radioactief. Zo is het mineraal monaziet Ce(PO4) vaak radioactief.
Het maken van een “scan” met een Geiger Müllerteller van de hele mineralencollectie is dan ook een must!
Hemimorphiet in mijn verzameling uit Portugal (Magualde) blijkt redelijk sterk radioactief te zijn….. wat wel te verwachten was.
Een radio-actieve avond met Hans van ’t Zelfde